BJØRN BERGE - BRUSSEL - 10/05/13

Artiest info
Website  
 

BRUSSEL - 10/05/13

recensie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voor wie (nog) niet weet wie Bjørn Berge is, een korte introductie. Zoals zijn naam kan vermoeden komt de man uit Noorwegen, maar hij is in onze contreien al lang geen onbekende meer. Bjørn Berge begon als 13-jarige gitaar te spelen, maar ruilde die al vlug in voor een banjo. Want hij was gebeten door de bluegrass-microbe. Jaren later kocht hij zich een paar stevige akoestische gitaren, en begon zijn eigen weg te zoeken. Vooral zijn vingervlugheid doet menig gitarist en muziekliefhebber de wenkbrauwen fronsen, want hij speelt met een bezetenheid en juistheid die iedereen met verstomming slaat. 'Mad Fingers Ball' is zijn 11de studioplaat, en is, ondanks de aanwezigheid van die obligate covers, een schoon schijfje geworden.

Bjørn Berge kan in mijn ogen niet veel verkeerd doen. Toch schrok ik een beetje toen ik 'Mad Fingers Ball' beluisterde. Ik verwachtte songs die in het verlengde lagen van 'Fretwork' en 'Blackwood', maar dat is maar deels zo. De instrumentals zijn zeker en vast de moeite waard, maar waarom de rest van de schijf moest gevuld worden met covers, dat was mij een raadsel. Ik wist dus toen al wat mijn eerste vraag zou zijn bij een volgend interview. Toen ik vernam dat hij op 10 mei de AB Club weer onveilig zou maken, kroop ik meteen in mijn pen en vroeg dat interview aan. Gezien onze eerdere ontmoetingen wist ik dat het een aangenaam en gemoedelijk gesprek zou worden, daar boven het AB Café. Ik kreeg gelijk...

'Mad Fingers Ball' is minder dan 2 jaar na 'Blackwood’ uitgekomen. Waarom zo snel?
Dat weet ik niet (lacht). Ik ben wel van platenfirma veranderd. Nu zit ik bij Jazzhaus Records, en ze wilden dit jaar nog een album uitbrengen. Eerst had ik daar geen probleem mee, want ik realiseerde me niet dat het al zo snel na 'Blackwood' zou zijn. Maar, ik had geen nieuwe songs klaar. Wel enkele instrumentals, maar het label vond het te riskant om een cd met alleen instrumentals uit te brengen. Gelukkig had ik nog enkele covers liggen die ik nog niet live gespeeld had, behalve dan 'I can't quite you'.
De platenfirma wou vooral snel een plaat uitbrengen om aandacht in Duitsland te generen. Ik ben niet zo productief als Bonamassa, die 2 albums op één jaar uitbrengt. Dus, pas na 2 jaar een nieuwe cd uitbrengen is niet zo snel denk ik (lacht). Het volgende album zal langer op zich laten wachten, want ik moet ‘Mad Fingers Ball’ promoten.
Spijtig genoeg is dat nu meer 'werk' dan vroeger. Heel wat reporters zijn niet goed voorbereid, ik krijg dikwijls dezelfde vragen voorgeschoteld. Soms is dat vervelend. Gelukkig zijn er mensen die wél naar de cd geluisterd hebben, en die interessante vragen stellen. Dan is het wel leuk, dan is het geen werk meer, enkel plezier! 

Waarom ben je van platenfirma veranderd?
Verschillende redenen. Het is goed om af en toe van omgeving te veranderen, om met nieuwe mensen te werken. De hoofdreden is echter dat ze bij Dixiefrog aan het afbouwen zijn, contracten worden niet meer zo gemakkelijk verlengd. Bovendien wou ik met mensen werken die een andere visie hebben op het downloaden, of het uitbrengen van vinyl. Dat laatste zagen ze bij Dixiefrog niet zitten. Maar laat het duidelijk zijn, ik ben altijd tevreden geweest over Dixiefrog, ze hebben altijd goed werk geleverd. We zijn als vrienden uit elkaar gegaan. Die dingen gebeuren gewoon.

'Honey White' is niet je eerste Morphine cover. Wat vind je zo goed aan deze groep of Mark Sandman?
Het zijn uitstekende songs om op gitaar te spelen. Dat is best grappig, want zelf gebruikten ze nooit gitaar. Er kan dus nooit iemand zeggen 'je hebt die gitaarpartij niet goed gespeeld' (lacht), want er was gewoon geen gitaarpartij, alleen basgitaar en saxofoon.
De songs die ik tot nu toe gecoverd heb (Buena, Thursday en Honey White), zijn wel mijn favorieten. Ik heb jaren geleden al geprobeerd om Honey White te coveren, maar het lukte me nooit.
Dit is misschien wat technisch, maar op een dag ontdekte ik dat ik een contrabas-baslijn kon spelen op de gitaar. Ik gebruik nu mijn duim om de drums en het ritme te spelen. En omdat ik zelf mijn eigen ritme aangeef, speel ik het sneller dan het origineel. Ik had dat pas één dag voor de opnames in de vingers, een echte opluchting was dat!
Nu cover ik geen Morphine songs meer, want de andere zijn niet zo geschikt voor gitaar. Er is wel nog één lied dat ik cool vind, 'You speak my language', maar er zitten zo'n rare woorden in, ik krijg het gewoon niet gezongen. Ik vind Morphine echt héél goed, omwille van de saxofoon ook.

Je stijl is heel wat geëvolueerd over de jaren. Dat is een geleidelijk proces. In welke richting denk je in de toekomst te evolueren?
Moeilijke vraag. Ik heb niet echt plannen. Ik heb altijd interesse gehad om iets met Noorse volksmuziek te doen, maar misschien ben ik te laat, want er zijn al heel wat goede groepen die dit doen. Voor de rest zie ik wel, ik vind het gewoon leuk om te spelen, dat is ook een goede reden om een nieuw album uit te brengen, omdat ik dan nieuwe songs kan spelen.

 

Er staat een clipje op Youtube waar je 'King of the Mountain Hall' (Edvard Grieg) speelt. Ben je van plan om nog meer klassieke stukken aan te pakken?
Eigenlijk was het de bedoeling dat dit ook op 'Mad Fingers Ball' zou terechtkomen, maar ik was niet echt gelukkig met mijn versie, en er was geen tijd meer om iets anders te proberen. De melodie is zo gekend, daar kan je niks aan veranderen. Dan was er ook nog gedoe met de rechten. Wat ik ook met Griegs muziek doe, al de opbrengsten gaan toch naar zijn familie. Dus dat idee heb ik laten vallen. Ik speel het soms wel live. In Rusland bijvoorbeeld, daar speelde ik het als eerste lied, om wat in de stemming te komen, en het publiek ging helemaal uit de bol. Ze houden daar enorm van klassieke muziek, en al helemaal  van Grieg. Ik was erg verrast door die reactie!
Maar Grieg heeft heel wat leuke stukken geschreven die goed bij gitaar passen, dus misschien probeer ik het nog wel eens.

Grieg was niet echt een 'strenge' klassieke componist, hij gebruikte heel wat volkse elementen in zijn muziek.
Dat deed hij inderdaad! En juist omdat hij van Noorwegen is, is het voor een Noor gemakkelijker, of meer aanvaard, om er iets mee aan te vangen. 

Even terug naar de cd: ik had nog nooit van Budgie of de Bergens Blues Band gehoord.
Budgie is één van de meest onderschatte rockbands uit de jaren 70. Ze hebben heel toffe dingen gemaakt, maar ze hadden de pech dat er één groep in de weg zat, en dat was Black Sabbath. Ik wou graag iets minder gekends coveren, Black Sabbath had ik vroeger al onder handen genomen.
Toen ik Budgie in de studio speelde, vond Kjetil (Ulland) het heel goed. Omdat hij de groep niet kende, heb ik hem het origineel laten horen. De zanger zingt met een heel hoge stem, hij schreeuwt bijna. Heel anders dan hoe ik het doe. Dat vind ik ook leuk aan covers: ik probeer altijd een andere manier te vinden om een lied te spelen.

En Bergens Blues Band?
De zanger, Hungry John, is een goede vriend. In 1980 of 1981 kwam dat lied uit, en ik was compleet weg van de zang en het gitaarspel. Ik heb Hungry John gebeld en gevraagd of ik zijn toestemming had. Dat doe ik normaal nooit, maar omdat hij een vriend is, vond ik het gepast. Ook hier heb ik alles omgedraaid, het origineel is nogal zwaar, met drums en zo.

Je cover van 'Guts’ (Budgie) deed me denken aan ouder en donkerder werk, zoals op 'I'm the antipop' of 'We're gonna groove'. Was dat de bedoeling?
Niet echt. Mijn gitaren zijn heel laag gestemd, dus dat was gewoon het resultaat. Weet je, mijn instrumentals zijn meestal wat vreemder of extremer, niet iedereen houdt ervan, dus ik wou voor de covers songs nemen die gemakkelijker in de oren lagen. Je hebt dus enerzijds 'Guitar Bizarre’, dat wat dromerig is, en ervoor en erachter iets compleets anders. Ik ben altijd een 'riff-man' geweest, maar ik had zeker niet de bedoeling om het harder te maken.
Op mijn iPhone bewaar ik een lijstje met liedjes die ik graag wil coveren, en er stond gewoon ‘denk aan Budgie'. Toen heb ik op Spotifiy naar een gepast lied gezocht. Handig ding, Spotify, je verdient er wel geen geld mee, maar 't is een goed werkinstrument (lacht).
Ik heb dit vroeger ook al gezegd, een cover moet 'naturel' aanvoelen. Dat was nu ook zo, behalve bij 'Honey White', daar heb ik mee geworsteld.
Ik zou ook wel eens graag een blackmetal album opnemen met akoestische gitaar. Ik heb heel wat dromen, een jazzalbum zou ik ook wel leuk vinden, maar dat moet ik wel eerst jazz leren spelen (lacht).
Bluegrass, dat is nog zo'n droom. Ik zou graag een volledig album met bluesgrass maken, ik heb momenteel al 9 songs opgenomen, maar ik heb er zeker nog 3 nodig, omdat bluegrassliedjes nogal kort zijn. Maar dat zit zeker nog in de pipeline. Ik had dat indertijd ook voorgesteld aan Dixiefrog, nog voor Fretwork, maar zij vonden bluegrass niet 'hot' genoeg.

Merkwaardig, want dat is het wel, ook in België.
Dat is overal zo, maar Dixiefrog zag het niet zitten. Ik vond dat wel wat raar.
Ik schrijf regelmatig bluesgrassnummers, ik ben tenslotte zo begonnen. Het is wel meer hedendaagse bluegrass met wat poppy refreinen, om het wat melodieuzer te maken dan de oudere bluegrass. Oude bluegrass is echt cool, maar je hebt minstens 3 heel goede zangers nodig voor de harmonieën.
Het project staat wel 'on hold' momenteel, want ik kan moeilijk 2 platen tegelijk promoten. Voor het bluegrassproject zou ik ook een volledige band nodig hebben, en dat kost meer geld dan solo rondtrekken. Nogal wat praktische problemen dus.... Maar wie weet, misschien lukt het op een dag wel. Als ik de lotto gewonnen heb (lacht).

'Ramblin' on my mind' is ook eindelijk op een cd beland.
Ik speel dat lied al heel wat jaren live, dat klopt! Bij elke cd heb ik geprobeerd de 'juiste' versie op te nemen, maar het lukte me nooit. Tot nu. Dit is de eerste keer dat ik mijn studioversie goed genoeg vond om uit te brengen.

Waar treed je het liefst op, in clubs of op festivals?
In clubs eigenlijk. Op een festival is er meer publiek aanwezig, voor de naambekendheid is dat wel goed. Maar een club is heel wat praktischer en leuker, je komt binnen, doet de soundcheck, heel relax allemaal. Op een festival is er veel meer stress, zowel voor mij als voor Erik (Brenna). Soms kan het lang duren vooraleer het geluid helemaal goed zit. Als ik op echt grote festivals optreed, gaat Kjetil Ulland mee, want die heeft veel meer ervaring in dat soort dingen.

Ik weet dat je bijgelovig bent. Was er nu ook weer zoiets 'speciaals' tijdens deze opnamesessie?
Niet echt. De vorige keer droeg ik constant dezelfde jas, en nu droeg ik tijdens de opnames altijd dezelfde trui. Die is trouwens kapot, want de stoel waar ik op zat, was van hout, en er staken splinters uit. Telkens ik mij wat herzette, werden er draden losgetrokken. Maar ik kon de stoel of de trui niet vervangen natuurlijk! Ik leer het nooit, de vorige keer heb ik in de winter opgenomen, en was het te koud, en nu heb ik in de zomer opgenomen, en was het te warm. Gelukkig heb ik maar 3 dagen opgenomen, anders zou het daar ook serieus geroken hebben (lacht).
Dus ja, ik denk wel dat ik een beetje bijgelovig ben...
Ik heb ook altijd een St Christoffel bij me. Ik kan het niet helpen, wanneer ik een bepaalde gewoonte heb, is het heel moeilijk om daar verandering in te brengen.

Je vertelt heel graag grappen op het podium. De mensen die jou kennen, weten wat ze mogen verwachten. Heb je ooit meegemaakt dat een grap niet zo goed ontvangen werd?
Oh ja, al heel veel!

En komt dat door het taalverschil?
Meestal wel, want soms begrijpen de mensen niet goed wat ik wil zeggen. Daarom heb ik een soort 'podium-Engels' ontwikkeld. Toen ik begon op te treden was mijn Engels veel beter, maar omdat ik de taal moet versimpelen, vooral in Frankrijk en Duitsland, is mijn kennis van het Engels zeker niet verbeterd. Bijvoorbeeld, ipv 'I'm terribly hungry today' te zeggen,  zal ik eerder 'Hungry, very' zeggen.
Mijn grappen zijn helemaal niet gepland, dus als het publiek geen interesse toont, dan stop ik ermee. Maar soms, als het publiek wel reageert, dan durf ik al eens teveel babbelen op het podium.

Je werkt al heel lang samen met dezelfde personen, zoals Kjetil en Erik.
Als je veel met iemand onderweg bent, dan is het belangrijk dat je goed met elkaar overweg kan. We zijn heel veel samen, in vliegtuigen, auto's, hotels, backstage in clubs, dus dan is het belangrijk dat je over meer dan alleen maar muziek kan praten, ook over politiek, of over het nieuws van de dag.
Ik probeer Erik nu bij te brengen dat het leuk is om naar een goede film te kijken (lacht).
Wij hebben een totaal verschillend karakter, ik ben extremer, opvliegender, maar ook weer vlugger goedgezind. Erik is diplomatischer, hij is veel gladder dan ik. Dat werkt perfect zo.
En Kjetil is ook altijd heel relax, hij is nog gemakkelijker dan Erik. Ook voor het geluid, Kjetil weet altijd alles op te lossen of er het beste van te maken.
Vroeger had ik een andere tourmanager, maar tijdens mijn eerste grote tour in Frankrijk zag hij het niet meer zitten. Erik heeft onmiddellijk moeten overnemen, en dat lukte, na één dag was ik er al gerust in. Nu reizen Erik en ik altijd samen, en als we extra hulp nodig hebben, dan vragen we die gewoon.

Kathy Van Peteghem

meer foto's